Wetsvoorstel tot aanpassing geschillenregeling en enquêteprocedure

19 mei 2023

Op 14 april 2023 is het voorontwerp voor een wetsvoorstel tot aanpassing van de geschillenregeling en en de enquêteprocedure ter advisering voorgelegd aan de Raad van State. Stefan Holterman en Lars Boersma bespreken de belangrijkste punten uit het voorontwerp voor de praktijk.

Aanpassing van de geschillenregeling en de enquêteprocedure

De ministerraad heeft op 14 april 2023 besloten het voorontwerp voor een wetsvoorstel tot aanpassing van de geschillenregeling en de enquêteprocedure (het “Voorontwerp“) ter advisering voor te leggen aan de Raad van State. Na een positief advies van dit adviesorgaan kan het Voorontwerp worden ingediend bij de Tweede Kamer.

De wettelijke geschillenregeling is een mechanisme om conflicten tussen aandeelhouders te beslechten, bijvoorbeeld door ontvlechting van aandelenverhoudingen. De wettelijke geschillenregeling bestaat onder andere uit de uitstoot- en uittredingsregeling.

Bij de uitstootregeling kan een (groep) aandeelhouder(s) van een andere aandeelhouder vorderen dat deze zijn aandelen overdraagt. De uittredingsregeling is een tegenovergesteld figuur: daarbij kan iemand vorderen dat zijn aandelen worden overgenomen en hij dus mag uittreden. Dat kan indien deze aandeelhouder in zijn belangen wordt geschaad door zijn medeaandeelhouder(s). Daarnaast bestaat de enquêteprocedure, die zich richt op de gang van zaken en het beleid binnen de vennootschap en het herstel van verhoudingen binnen de vennootschap.

De huidige geschillenregeling heeft in de afgelopen jaren kritiek gekregen omdat zij onvoldoende effectief en efficiënt zou zijn voor het oplossen van aandeelhoudersgeschillen. In dit blog lichten wij de voorgestelde wijzigingen in het Voorontwerp ten aanzien van de bestaande regelingen op hoofdlijnen toe.

Wijziging van de maatstaf voor uitstoting van een aandeelhouder

Onder de huidige uitstootregeling kan een gedwongen overdracht van aandelen worden gevorderd indien de betreffende aandeelhouder met zijn gedrag het belang van de vennootschap zodanig schaadt dat zijn aandeelhouderschap in redelijkheid niet meer kan worden geduld. Er moet dan sprake zijn van gedragingen die gedaan zijn in de hoedanigheid van aandeelhouder. Het Voorontwerp maakt daar een eind aan. Onder de regeling van het Voorontwerp zijn gedragingen van een aandeelhouder anders dan in de hoedanigheid van aandeelhouder (zoals als bestuurder of concurrent van de vennootschap) eveneens relevant voor de uitstotingsprocedure. Een aandeelhouder die concurreert met de vennootschap en daarbij het belang van de vennootschap schaadt kan dan ook gedwongen worden zijn aandelen over te dragen aan de medeaandeelhouders.

Wijziging van de maatstaf voor uittreding van een aandeelhouder

De uittredingsregeling ziet eveneens op een gedwongen overdracht van aandelen, maar dan op initiatief van de uittredende aandeelhouder. De uittredende aandeelhouder moet zodanig in zijn eigen rechten of belangen door medeaandeelhouders zijn geschaad dat voortzetting van zijn aandeelhouderschap niet meer van hem kan worden gevergd. Gedacht kan worden aan onevenredig en ongunstig dividendbeleid voor een minderheidsaandeelhouder. Het Voorontwerp koppelt deze vordering aan de vennootschappelijke redelijkheid en billijkheid, waarbij het gedrag van de medeaandeelhouders zodanig in strijd met de redelijkheid en billijkheid moet zijn dat van de uittredende aandeelhouder niet meer gevergd kan worden dat hij aandeelhouder blijft.

Stroomlijning van de geschillenregeling met de enquêteprocedure

De inzet van enquêteprocedures is altijd gericht op het beleid en de gang van zaken binnen ondernemingen/rechtspersonen. De Ondernemingskamer kan in een enquêteprocedure ingrijpen in de organisatie van de vennootschap, zoals door het bevelen van een tijdelijke overdracht van de aandelen ten titel van beheer. Zij kan niet bevelen tot een definitieve overdracht van aandelen. In het Voorontwerp wordt hiervoor een vereenvoudigde procedure bij de Ondernemingskamer voorgesteld die wel kan leiden tot een definitieve aandelenoverdracht.

Zodra de Ondernemingskamer oordeelt dat sprake is van onjuist beleid of wanbeleid kunnen partijen door naar de vereenvoudigde geschillenregeling bij de Ondernemingskamer.

Het Voorontwerp beoogt daarmee een efficiëntieslag te behalen doordat de Ondernemingskamer zich reeds verdiept heeft in het desbetreffende geschil in het kader van de voorgaande enquêteprocedure. Er staat tegen uitkomst van de vereenvoudigde geschillenregelingsprocedure geen hoger beroep open.

Wijziging van de toegangseisen tot de enquêteprocedure voor kapitaalsverschaffers van beursvennootschappen

De wet stelt enkele eisen om toegelaten te worden tot de enquêteprocedure. In de huidige regeling moeten kapitaalverschaffers van beursvennootschappen met een hoger geplaatst kapitaal dan € 22,5 miljoen ten minste 1% van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigen om ontvankelijk te zijn in de enquêteprocedure. In de praktijk ziet men dat beursvennootschappen hun aandelen een zeer lage nominale waarde (bijvoorbeeld € 0,01) toekennen die niet in verhouding staat tot de actuele beurswaarde. Een kapitaalverschaffer moet dan minimaal 22,5 miljoen aandelen verwerven tegen de beurswaarde van die aandelen om toegang te krijgen tot de enquêteprocedure. Het Voorontwerp beoogt deze kunstmatige drempel weg te nemen door de introductie van een alternatieve toegangseis waarbij kapitaalverschaffers ten minste ‘€ 20 miljoen beurswaarde’ van de vennootschap moeten vertegenwoordigen.

Het Voorontwerp is een volgende stap in de goede richting om de geschillenregeling als reëel en effectief instrument in te zetten om gebrouilleerde aandeelhoudersverhoudingen definitief te ontvlechten. Mocht u naar aanleiding van dit blog vragen hebben, of mocht u uw mogelijkheden voor het oplossen van uw zakelijk geschil willen bespreken, neem dan gerust contact met ons op.

Vragen naar aanleiding van deze publicatie?

Neem contact op met de auteurs: